De school stelt zich volgende prioriteiten bij de opvoeding van de kinderen:
De opvoedingsrelatie met de leerlingen is democratisch. Dit betekent een positief “gezag” maar vooral een positief “begeleiden” waarin de kinderen zich kunnen vinden en herkennen, op basis van wederzijds respect en vertrouwen. Wij staan open voor ideeën van anderen, zijn sociaal georiënteerd en zijn ons bewust van de menselijke waardigheid. Daarbij krijgt ieder kind een gelijke start en is het evenwaardig. Kennis en kunde (intellect) zijn belangrijk maar zijn nauw verbonden mèt en vormen slechts een deel van het zijn (lichaam, gevoel, socialiteit).
1. Onderwijs en opvoeding Wie ben ik? Hoe ben ik? “Wie” en “hoe” maakt samen mij”… Onderwijs en opvoeding zijn erg belangrijk. Kenniswerving én attitudevorming zijn intens verbonden met mekaar, ze vullen mekaar aan, zijn even belangrijk en zorgen voor een harmonische persoonlijkheidsvorming. Wij kiezen voor emancipatorisch onderwijs: wij bieden alle leerlingen gelijke ontwikkelingskansen overeenkomstig met hun eigen mogelijkheden en met een gelijke start. De zelfredzaamheid van de leerlingen wordt aangewakkerd door hen mondig en weerbaar te maken.
2. Gemeenschap “Jij bent jij” en”ik ben ik” en samen zijn we “wij”… De school staat ten dienste van de gemeenschap en wil waarden en overtuigingen, die in de gemeenschap leven, onbevooroordeeld met elkaar confronteren. Er heerst een sfeer van verdraagzaamheid: verschillende opvattingen over mens en maatschappij in de gemeenschap kunnen naast elkaar bestaan. De leerlingen worden begeleid in hun deelnemen aan een democratische en pluralistische samenleving en dit vraagt aandacht voor het mondiale gebeuren en het multiculturele gemeenschapsleven. De school treedt compenserend op voor kansarme kinderen door bewust te proberen de gevolgen van een ongelijke sociale positie om te buigen.
3. Verscheidenheiden eiqenheid Elke leerling is anders… en elke leerling verdient een positieve erkenning! Jongeren moeten leren leven met mekaar, zij moeten respect krijgen voor de eigenheid van elke mens, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, ongeacht hun sociale of etnische afkomst, ongeacht hun sekse of nationaliteit. Onze school staat open voor al deze leerplichtige kinderen en begeleidt hen naar verdraagzaamheid en respect voor al wat ‘anders’ is. Door onze aanpak stimuleren we de verbondenheid tussen de mensen in hun eigen leer- en leefgemeenschap en in de samenleving. We doen dat onder meer door een kritische dialoog tussen levensbeschouwingen en overtuigingen te stimuleren. Hierbij vertrekken we steeds van het uitgangspunt dat diversiteit een meerwaarde biedt. “De eigen vrijheid kan niet leiden tot de aantasting van de vrijheid van de medemens!”
4. Milieu Iedereen heeft recht op een gezonde leefomgeving. Wij voeden onze leerlingen op tot mensen die rekening houden met die noodzaak, die er mee aan werken en die beseffen dat het een onvervreemdbaar goed van iedereen is.
5 Burgerschap en mensenrechten De school brengt de leerlingen de gedachte bij van het Europese burgerschap en draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind. Vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie worden van de hand gewezen! Om bovenstaande doelstellingen te realiseren zal er vanuit de school in de eerste plaats worden beroep gedaan op de deskundigheid van het onderwijzend personeel. Niet alleen de methodisch-technische vaardigheden zijn hier van belang, ook de houding en het gedrag van de opvoeders zijn als voorbeeldfunctie essentieel om de onderwijsdoelstellingen te bereiken. De leerkracht is niet enkel een “leider” maar ook een “begeleider“. Het didactisch werken in de klas zal voortdurend geactualiseerd en – indien nodig – herzien worden. Wij staan open voor vernieuwingen zowel op technisch als didactisch-pedagogisch vlak. Computers, CD-roms, duowerk, hoekenwerk, contractwerk, leerlingvolgsysteem, observatielijsten, zorgbreedte… zijn geen loze begrippen maar middelen om motivatie, verantwoordelijkheidszin, zelfvertrouwen en creativiteit aan te wakkeren en te benutten. Hoewel er van de kinderen grote inspanningen gevraagd worden, blijft het didactisch gebeuren kindvriendelijk. De school zal zich bijzonder inspannen om het leren aantrekkelijk en actief te maken door aangepast didactisch materiaal te gebruiken, door het organiseren van leeruitstappen en culturele activiteiten en door het aan te passen aan élk kind door differentiatie en remediëring. “Welbevinden, betrokkenheid en verbondenheid” zijn woorden die ons niet vreemd zijn! De ontwikkelingsdoelen bij de kleuters (OD) en de eindtermen in de lagere school (ET), gebaseerd op de leerplannen van OVSG, hebben een verticale (van kleuter naar zesde leerjaar) en horizontale (tussen de graden, parallelklassen en vestigingsplaatsen) samenhang. C.L.B. is een belangrijke schakel en begrip in de kinderbegeleiding en werkt dus nauw samen met het schoolteam. Maar een opvoedingsproject kan pas slagen als ouders en school in een open dialoog hun waarden respecteren en aanvaarden. In het belang van het kind is een zo groot mogelijke samenwerking tussen school en ouders noodzakelijk.